Nieuws

Peter van Straaten (81) overleden

Hij was decennia een politiek cartoonist, maar het beroemdst werd Peter van Straaten toch met zijn niet-actuele tekeningen over het dagelijks leven.

‘Uw vrouw nog steeds hoofdpijn?”, vraagt een secretaresse monter bij het kopieerapparaat terwijl haar baas zijn hand in haar rok heeft gestoken en haar billen betast.

Boven alles was Peter van Straaten, die donderdag op 81-jarige leeftijd overleed, de tekenaar van het menselijk tekort. In rake, snelle, krasserige Oost-Indische inktlijnen wist hij het menselijk ongemak, relatieproblemen en melancholie als geen ander te vatten in vele duizenden cartoons, strips en illustraties.

Het bekendst is hij geworden met zijn niet-actuele cartoons over Het dagelijks leven, die hij tussen 1988 en 2011 dagelijks voor Het Parool tekende, gebundeld in prentenboeken als Moeder, ik ben niet gelukkig en 21 jaar lang verzameld in zijn eigen scheurkalender Peter’s Zeurkalender, die de laatste jaren ook als app digitaal verscheen.

Zacht verdriet

Van Straaten was zo’n meester in het vangen van momenten van ‘zacht verdriet’, zoals hij het zelf noemde („Wat een leuk meisje Herman… Waarom groette je niet terug?”) dat mensen die zelf iets meemaken dat op zo’n cartoon lijkt, spreken van ‘een Van Straaten-moment’. Dat is een status die maar weinig kunstenaars in Nederland bereiken: dat erkend wordt dat het leven hún kunst imiteert.

Peter van Straaten, in 1935 in Arnhem geboren als zoon van een architect, heeft zich vooral sinds hij in 1958 als reportagetekenaar begon bij Het Parool ontwikkeld tot een van de productiefste, veelzijdigste en geliefdste tekenaars van Nederland.

Hij maakte getekende reportages, in de stijl van de door hem bewonderde tekenaar Jo Spier, reclame- en boekenillustraties, strips. Zijn officiële eerste cartoonopdracht, hij was nog student aan de Amsterdamse Kunstnijverheidsschool (later Rietveld Academie), was voor de tv-rubriek in het Algemeen Handelsblad in 1957: „Moeder, mag het nieuwe medium aan?” Al snel bood Het Parool meer werk, en nadat hij in 1968 toevallig hoofdredacteur Rinus Ferdinandusse van Vrij Nederland had ontmoet op een terras in Amsterdam, tekende hij voor dat blad 46 jaar lang wekelijks, tot begin 2014, een politieke spotprent. Vijf keer won hij daarmee de Inktspotprijs, onlangs in september nog. Zijn politieke satirische stripboeken, zoals Bij ons in het dorp over de verkiezingen in 1977 met Den Uyl, Van Agt en Wiegel, werden bestsellers.

Bron: NRC Next